Het volgende avontuur is gepland!


'Kuzuzangbo La!' Zo word je oprecht verwelkomd in het mystieke Bhutan, een landje dat ligt ingeklemd tussen China, India en Nepal. Het ‘Land van de Donderende Draak’ is pas sinds de jaren zeventig mondjesmaat geopend.

Het enige overgebleven Himalaya-koninkrijk wordt geregeerd door de nog jonge koning Jigme Khesar Namgyel Wangchuck. Deze vorst probeert het land tot voorspoed te brengen. Hij vindt het geluk van zijn onderdanen daarbij belangrijker dan economische vooruitgang. Het draait om ‘Gross National Happiness’, oftewel Bruto Nationaal Geluk (in

andere landen draait het om BNP, Bruto Nationaal Product). Het GNH wordt gemeten aan de hand van de stand van zaken op vier terreinen: goed bestuur, duurzame ontwikkeling, instandhouding van het milieu en de kwaliteit van de cultuur.

Veel mensen hebben gehoord van Bhutan, weinig reizigers zijn er geweest. Een deel van die inkomsten uit toerisme wordt door de overheid geïnvesteerd in projecten die ten goede komen aan land en bevolking. Denk hierbij aan infrastructuur en onderwijs.

Maandag 17 september: Vertrek Amsterdam/Brussel Je vliegt naar Delhi, de hoofdstad van India, waar je afhankelijk van je vluchtschema in de avond, ' s nachts of vroeg in de volgende ochtend aan zult komen. Je vliegt vervolgens verder naar Guwahati in de Indiase oostelijk deelstaat Assam. Als je 's avonds of 's nachts aankomt zul je eerst een nacht in Delhi doorbrengen om de volgende dag door te vliegen naar Guwahati.

Dinsdag 18 september: Aankomst Guwahati - Samdrup Jongkar (Bhutan) Vanaf de luchthaven van Guwahati reis je per bus of met jeeps naar het fascinerende Bhutan. In de Indiase deelstaat Assam reis je over een vlakke laagvlakte (warm) en is het vaak nog een drukte van jewelste langs de weg en in de dorpjes. De Bhutanese gids, die je naast de Nederlandstalige reisbegeleider vergezelt, staat je op te wachten bij de Indiaas-Bhutanese grens. Na het passeren van de grens ben je in Samdrup Jongkar, een rustig grensstadje op een hoogte van 170 meter, waar je de Indiase invloed nog duidelijk proeft. De reisduur met de bus/jeeps is ongeveer drie uur (110 km).

Woensdag 19 september: Samdrup Jongkar - Trashigang

Een prachtige rit voert je door tropisch woud met veel teakplantages en bamboebossen. Het eerste deel van deze reisdag stijg je vrijwel alleen maar. Bij helder weer zie je tussen de bergen door af en toe nog een glimp van de vlakte van Assam. Je passeert de Yongphu La van 2200 meter (La=pas) en het plaatsje Khaling, waar zich de enige school voor blinden in Bhutan bevindt. Aan de kant van de weg attenderen onderhoudende slogans de chauffeurs erop om vooral rustig aan te doen op de bochtige wegen zoals: “no hurry, no worry” en “after whisky driving is risky”. Het oosten van Bhutan herbergt een ruig, natuurlijk landschap en is dun bevolkt omdat de bergen moeilijk voor agrarische doeleinden bewerkt kunnen worden.

Je eindhalte voor vandaag is de districtshoofdplaats Trashigang in Oost-Bhutan, volgens veel reizigers één van de leukste plaatsen in het land, op een hoogte van circa 1070 m. De totale reisduur is vandaag circa 7 uur (180 km).

Trashigang lijkt qua sfeer misschien wat meer op plaatsen in India; de huisjes in het kleine centrum zijn dicht op elkaar gebouwd en trappetjes verbinden de straten met elkaar. De woningen liggen verspreid van de oever van de Gamri-rivier naar de omringende berghellingen. De Bhutanese bevolking gaat gekleed in de traditionele dracht. Mannen in een gho, vrouwen in de enkellange kira (een vierkante lap die met twee gespen bijeen wordt gehouden).

Trashigang en het naburige dorp Radi zijn befaamd om de kwaliteit van hun geweven stoffen, die worden verwerkt tot prachtige kledingstukken. Ze worden te koop aangeboden in de bazaars, die druk bezocht worden door de bergbewoners van de Sakteng-vallei. De markten zijn dan ook erg kleurrijk. In de winter gebruiken de nomaden van Merak en Takten het stadje als marktplaats.

In Trashigang tref je natuurlijk een dzong. Zo’n dzong is een typisch Bhutanees bouwwerk; een gefortificeerde nederzetting (kloosterburcht), die zowel de provinciale geestelijke als wereldlijke macht herbergt. Een soort abdij en provinciehuis in één. Voor de meeste dzongs geldt dat je er als buitenlander niet altijd in mag. Onze agent zal

voor de meeste dzongs bezoekpermits te regelen, waardoor je de meeste dzongs wel kunt bezoeken. Je kunt helaas nooit in alle gedeelten komen, er zijn altijd ruimtes waar gewerkt wordt, of heilige ruimtes die afgesloten zijn. Gelukkig blijft er genoeg over om te bewonderen.

Donderdag 20 september: Trashigang - Drametse - Mongar

De rechtstreekse rit van Trashigang naar Mongar duurt een uur of drie à vier (96 km). Onderweg passeren we Drametse, waar we (als de tijd en conditie van de weg het toestaan; je lokale Bhutanese gids bepaalt dit) een bezoek kunnen brengen aan de meest belangrijke tempel van Oost-Bhutan. De tempel is gesticht in 1511 en bekend vanwege de Nga Cham trommeldans, die wordt uitgevoerd tijdens festivals. Sinds 2005 prijkt deze dans zelfs op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. In het klooster zie je fraaie muurschilderingen en grote beelden van onder andere Guru Rinpoche, de man die het boeddhisme naar Bhutan bracht.

De weg naar Drametse is echt heel erg steil. 18 Kilometer lang zigzag je langs de bergwand 1350 meter omhoog op een zandweggetje met meestal een diepe afgrond naast je tot aan de Drangme Chhu (Chhu=rivier) honderden meters onder je. De weg omhoog neemt zeker een uur in beslag.

Terug op de hoofdweg passeer je de Kori La (2450 m). Tijdens de stijging via een zigzag weg zie je verschillende maïsvelden en bananenplantages. Je ruikt her en der het limoengras van Limithang (limoen thee), of marihuana plantjes die groeien in de wegberm. Je rijdt door het dorpje Yadi met zijn huizen in traditioneel Bhutanese stijl. Op enkele van de gevels zijn enorme falussen geschilderd.

Het plaatsje Mongar is gebouwd tegen de bergwand aan, in tegenstelling tot de plaatsen in het westen en centrale deel van Bhutan, waar de stadjes meestal in de valleien gelegen zijn. Het is lekker wandelen door het kleine stadje Mongar. Maak eens een praatje met de plaatselijke bevolking, vooral de jeugd spreekt over het algemeen goed Engels. Je kunt ook de Mongar Dzong uit 1930 bezoeken.

Vrijdag 21 september: Mongar / Excursie Lhuentse en Khoma

Je maakt (mits de weersomstandigheden en de conditie van de weg het toelaten; je lokale Bhutanese gids bepaalt dit) vanuit Mongar een prachtige gecombineerde dagexcursie naar de dzong van Lhuentse en het kleine dorpje Khoma.

Lhuentse dzong ligt spectaculair op het topje van een rots boven een rivier. Aan bijna alle zijden zijn de klippen waarop het bouwwerk staat bijna verticaal. De dzong stamt uit 1654 en wordt momenteel (2012) gerestaureerd.

Khoma is bekend is om het Kishuthara textiel, een vorm van zijde met boeiende patronen. De kleding die hiervan gemaakt wordt dragen de Bhutanezen alleen tijdens bijzondere gelegenheden als bruiloften en festivals; de stoffen zijn namelijk erg kostbaar. Je hebt ruim de tijd om te kijken hoe de bevolking hier weeft en werkt.

Heb je geen zin om vandaag 'onderweg' te zijn, dan kun je uiteraard ook achterblijven in Mongar en daar je eigen plan trekken. Je lunch is in dat geval wel voor eigen rekening.

Zaterdag 22 september: Mongar - Bumthang

Een lange reisdag vandaag, zo’n acht uur (196 km), waarbij je meerdere passen met prachtige vergezichten overgaat. Vanaf Mongar ga je door bamboewouden, naaldbossen, (in het voorjaar bloeiende) rododendrons en langs maïsvelden. Het landschap verandert geleidelijk van subtropisch naar alpine en de weg slingert zich langs de steile bergwanden. Soms stroomt een waterval dwars over de weg. De weg voert door het Thrumshingla Nationaal Park en over de pas Thrumshing La (3750 m). Bij voldoende tijd kun je een stukje over de weg meewandelen om even de benen te strekken. Hele families zijn aan het werk op de velden, kinderen zwaaien vrolijk naar alle voorbijgangers en met enig geluk zie je zelfs apen langs de wegkant in de struiken wegspringen.

De prachtige rit eindigt vandaag in de Bumthang-vallei.

Zondag 23 september: Bumthang

Vrije dag. Bumthang is één van de spectaculairste valleien van Bhutan en tevens het culturele hart van het land. Hier mediteerden vele grote boeddhistische leraren en je vindt er dan ook heel wat heilige plaatsen. Bumthang bestaat eigenlijk uit vier vruchtbare valleien: de Chokhor-, de Tang-, de Ura- en de Chume vallei. De hoogte in het gebied varieert tussen de 2600 en 4000 meter. De bewoners van de Chokhor- en Chume vallei verbouwen vooral groenten terwijl de bewoners van de Tang- en Uravallei zich toeleggen op veeteelt. De meeste bezienswaardigheden liggen in de Chokhor-vallei. Voor de bevolking van Bhutan is de Bumthang-vallei ook befaamd om de appel- en perzikbrandy die er geproduceerd wordt. Daarnaast wordt er in de vallei ook kaas gemaakt en staat er een kleine brouwerij van Bhutan’s enige eigen biermerk, het Pandabier.

Je kunt vandaag mee op verkenning, waar bij je al wandelend diverse kloosters en tempels bezoekt. Jambay Lhakhang is de oudste tempel in de Bumthang-vallei. Centrale figuur hier is Jambay, de ‘Boeddha van de Toekomst’. Beweerd wordt dat de oorspronkelijke tempel dateert uit het jaar 659, en al werd bezocht door Guru Rinpoche, de belangrijkste persoon uit de geschiedenis van Bhutan; hij wordt door de Bhutanezen als een heilige vereerd, omdat hij definitief het boeddhisme naar Bhutan bracht. Dat deed hij door in het hele land de lokale geesten te onderwerpen aan het boeddhisme. In de loop der eeuwen is de Jambay Lhakhang diverse malen uitgebreid met nieuwe gebouwen. Bezoekers worden soms toegelaten op de binnenplaats. Je kunt dan een blik opvangen van de vele yakboterlampjes die de centrale hal verlichten.

De zeventiende eeuwse Jakar Dzong ligt op een schilderachtige locatie met uitzicht over de Chokhor-vallei. De ‘Utse’, het centrale gebouw, is wel 50 meter hoog. Van binnen is de dzong fraai beschilderd.

Bezienswaardig is ook de tempel Kurjey Lhakang. De naam Kurjey betekent ‘lichaamsafdruk’. Het zou gaan om de afdruk dat het lichaam van Guru Rinpoche, die hij zou hebben achtergelaten op de rotswand. In middelste van de drie tempels bevindt zich een tien meter hoge afbeelding van de Guru Rinpoche. Jaarlijks is hier een festival in de maand juni of juli.

Het Tamshing-klooster is ook wel bekend als de ‘Tempel van de Goede Boodschap’. Voor de entree zitten vaak jonge monniken gebeden op te dreunen. Het klooster is ietwat vervallen. De schilderingen op de binnenmuren zijn bedekt met een kleed om ze tegen verder verval te beschermen.

Maandag 24 september: Bumthang - Trongsa - Gantey-vallei

Vanaf Bhumthang rijd je eerst langs gerst- en aardappelvelden, die weer plaats maken voor rijstvelden. Het klimaat is hier weer warmer, goed voor het verbouwen van rijst. Onderweg bezoeken we, indien er gewerkt wordt, een Australisch-Bhutaanse wolproject in de Chumey-valei. Je bekijkt het weefproces en kunt hier uiteraard prachtige kleden of sjaals kopen. Er is een schitterende selectie van textiel van heel Bhutan te zien en te koop. Na een uur of twee rijden over een bochtige weg kom je bij de Yotong La (3425 meter). Met enig geluk zie je overal in Bhutan yaks op de hoge passen.

Verder naar Trongsa. De imposante dzong met zijn gouden dak, ligt er in de vallei die oost van west Bhutan scheidt, hoog boven de rivier Mangde Chhu. Het is een actief administratief en religieus centrum. Er zijn verschillende gebouwen binnen de hoge muren en smalle doorgangen. Deze grootste dzong van het land kan helaas niet altijd bezocht worden, maar de blik op de dzong is ook al buitengewoon indrukwekkend.

We eindigen de rit in de Gangtey-vallei, één van de mooiste gletsjervalleien van de Himalaya. De gelijknamige 'gompa' is een klooster van de Nyingmapa orde, en is aangesloten bij andere Nyingmapa kloosters (waaronder Tamshing in Bumthang). De gebedshal is in Tibetaanse stijl gebouwd, en één van de grootste van Bhutan. Op de bovenste verdieping en rondom staan beelden van Guru Rinpoche en zijn discipelen. Onderdeel van deze gompa is een boeddhistisch opleidingsinstituut, waar jonge monniken een negenjarige opleiding kunnen volgen. Het uitgestrekte kloostercomplex ziet uit over de groene Phobjikha-vallei, die bekend is (net als Trashiyangste) als winterverblijf van de zeldzame zwartnek kraanvogel. In de zomer verblijven deze vogels in Tibet, in de winter in Bhutan. Het is een schitterende omgeving met groene dalen en dik rododendronbos, deels bedekt is met Spaans mos.

De reisduur voor vandaag is ongeveer zeven uur (188 km).

Dinsdag 25 september: Gantey-vallei - Punakha - Thimpu

Na het ontbijt gaan we op pad richting Thimpu. Vanaf de Pele La (3420 m) heb je met helder weer een prachtig uitzicht over een deel van de besneeuwde Himalaya, met bergpieken zoals de Jhomolhari (7314 m), Jichu Drakye (6989 m) en Kang Bum (6526 m). Ook passeer je het plaatsje Nobding, gelegen op 2640 meter. Ook hier zijn veel van de traditioneel-Bhutanese huizen beschilderd met reuzefalussen.

Verder naar Punakha. De huidige hoofdstad van Bhutan is Thimpu, maar een vijftigtal jaren geleden was Thimpu alleen de zomerhoofdstad. In de koude winter verhuisden de administratie en de koninklijke familie naar het lager gelegen en warmere Punakha. In 1955 besloot de heersende koning om zich definitief te vestigen in Thimpu.

In de Punakha-vallei bezoeken we de Punakha Dzong, de voormalige winterresidentie van de koninklijke familie, schitterend gelegen tussen de rivieren Mo Chhu en Pho Chhu (Pho betekent vader en mo betekent moeder). Daardoor lijkt de machtige burcht op een schip. Het is één van de belangrijkste en mooiste van het land. Om de dzong binnen te komen moet je eerst een wankele hangbrug over en steile trappen op. De ‘Utse’, het centrale gebouw, heeft maar liefst 6 verdiepingen. Binnen is een school voor jonge monniken gevestigd, die gezeten op de grond, ijverig hun gebeden reciteren.

Als je geluk hebt, vindt er een gebedsdienst plaats. Prevelende monniken, waarvan sommigen op een lange hoorn blazen, boeddhistische schilderingen en beelden, trommelgeroffel, gerinkel van belletjes, wierook en brandende kaarsjes... een heel mysterieus ritueel. Soms kun je naar binnen om de prachtige gebedshal te bewonderen, maar vaak is hij gesloten voor publiek, met name als de Je Khenpo (religieuze top van Bhutan) er resideert.

Verder door de Punakha-vallei passeren we dorpjes waar de tijd stil heeft gestaan. Rode pepers hangen te drogen in de zon, boeren werken op de velden en spelende kinderen rennen enthousiast achter het pluimvee aan. Als we Thimphu naderen, ga je via een steile weg omlaag langs een mooi naaldwoud. Je passeert de Dochu La, een pas van 3140 meter, die bezaaid is met stoepa’s en talrijke gebedsvlaggen. Je hebt er (met helder weer) een panoramisch uitzicht op het Himalaya gebergte biedt, waaronder de Gangkhar Puensum op de grens met Tibet, met zijn 7539 meter de hoogste piek van Bhutan.

Je arriveert in Thimpu. Voor het in 1961 tot hoofdstad werd uitgeroepen was Thimpu niet meer dan een boerendorp. Met ruim 46.000 inwoners doet het nog steeds meer denken aan een kleine provinciestad. De reisduur voor vandaag is ongeveer zeven uur (175 km).

Woensdag 26 september: Thimphu

Vrije dag. Thimphu is gelegen in een beboste vallei, gelegen aan de heuvelachtige oever van de Thimphu Chhu rivier op circa 2300 meter. De stad is klein en rustig. Er zijn geen files, zoals in andere Aziatische hoofdsteden. Er wordt vaak gezegd dat het de enige hoofdstad ter wereld is zonder verkeerslichten. Het is een genot om te winkelen in de straten van Thimphu. Niet zo zeer voor wat er te koop is, maar vanwege de pittoreske straatjes, de architectuur en (ook hier) de lokale klederdracht. Op diverse plaatsen in Thimpu kun je kennismaken met producten van locale handwerklieden. Stoffen in wol, zijde en katoen, zilveren of gouden juwelen, thangka’s en traditioneel handwerk zijn te koop in verschillende winkels en het handwerkcentrum. Ook de lokale winkels zijn de moeite waard. Hier vind je Bhutanese waren, variërend van yams, chilipepers, asperges en yakkaas tot manden, hoeden en religieuze objecten.

Centraal in de stad ligt een oefenterrein voor het boogschieten, de nationale sport van Bhutan. Wellicht tref je een wedstrijd! Van een afstand van 120 meter proberen twee teams een roos met een diameter van slechts 30 centimeter te raken. De tegenpartij wordt daarbij zoveel mogelijk afgeleid om hen te verhinderen de roos te raken. Als de schutter punten scoort, wordt er gedanst en gezongen.

Je kunt mee op dagexcursie, waarbij je ’s ochtends de Memorial Chörten bezoekt, een gigantische witte stoepa, gebouwd ter nagedachtenis van koning Jigme Sinye Wangchuck, ‘de Vader van modern Bhutan’, die regeerde van 1952 tot 1972. Er staan verschillende enorme gebedsmolens en in een bijgebouwtje zijn (meestal alleen door het raam) prachtige tantrische beelden en boeddhistische schilderingen te bezichtigen. De drie verdiepen tellende chörten is een belangrijk religieus monument waar (ook nu nog) de hele dag door mensen in en uitlopen.

Daarna bezoek je de Nationale Bibliotheek, opgericht in 1967 om de vele oude Dzongkha en Tibetaanse teksten te conserveren. Je ziet er hoe traditionele, losbladige manuscripten bewaard worden tussen twee plankjes, ingepakt in doeken. Ook bekijken we (indien er wordt gewerkt) de ‘Art & Craft School’, waar traditionele kunst te bewonderen is. Er zijnverschillende klaslokalen, waar studenten veelomvattende cursussen volgen die starten met tekenkunst en worden vervolgd met schilderen en beeldhouwkunst. Ze leren hier bijvoorbeeld hoe ze thangka’s moeten maken.

De witte Traschichho Dzong, het ‘Fort van de Glorieuze Religie’, is gelegen aan de oevers van de Wang Chhu rivier. Hij wordt bevolkt door ongeveer 2000 monniken en mag rustig majestueus genoemd worden. Van buiten ziet de dzong er uit als een onneembare vesting. De binnenplaats is versierd met kleurig houtsnijwerk. Op dit moment is deze kloosterburcht zowel de zetel van de regering als de zomerresidentie van de Je Khenpo (religieuze top van Bhutan).

Het Dechen Cheling-paleis is het huis van de moeder van de koning. Niet ver hier vandaan ligt het Pangri Zampa-klooster, dat je bezoekt. Na zijn nederlaag in gevechten die geheel Centraal-Tibet verwoestten vluchtte Shabdrung Ngawang Namgyal (1594- 1651) in 1616 naar Bhutan, waar hij de stichter werd van het Koninkrijk Bhutan. Zijn eerste verblijfplaats werd Pangri Zampa.

Hoog boven Thimpu wordt gewerkt aan een immens complex bestaande uit een enorme gouden Boeddha die de vallei overziet, en een eronder gelegen tempel. De Boeddha is gereed, maar het zal nog zeker tot in 2014 duren voordat ook de tempel af is.

Je kunt eventueel het Zilukha-nonnenklooster gaan bekijken. Als je een offergave brengt, krijg je een zegening voor een verder veilig verloop van je reis. De locatie van het klooster biedt een schitterend uitzicht over de vallei met als opvallendste punt de dzong. Op deze heuveltop wapperen honderden gebedsvlaggen in de wind. Het geklapper en daarnaast de intense rust maken Zilukha tot een heel bijzondere plek.

Dag 11: Thimpu - Haa-vallei - Paro

Na het ontbijt in het hotel vertrekken we door grote naaldbossen naar de smalle Haa- vallei. Deze vallei ligt aan de grens met Tibet en is één van de laatste valleien die open is gesteld voor buitenlandse bezoekers. Pas in 2002 ging hij open voor de buitenwereld. Het is een rustieke vallei gecentreerd rond het dorpje Haa, waar je even lekker de benen kunt strekken. Haa betekent 'geheimzinnig' en als je de vallei overziet begrijp je meteen waarom deze naam gekozen is. Je ziet dichtbegroeide naaldwouden, kleurige bloemen en de bergtoppen van Tibet op de achtergrond...

Onderweg zullen we op één van de vele prachtige plekjes picknicken, waarna we vertrekken voor de rit van circa 2,5 uur van Haa naar Paro. Je passeert de Chele La (3810 m). Vanaf de pas heb je met helder weer mooi uitzicht over de hoogste bergtoppen van Bhutan en de bergen van de Himalaya, zoals de imponerende piek van Jhomolhari. Een mooie plek voor een foto. Vervolgens dalen we af naar de vallei van Paro. Je logeert in de rustige noordelijke vallei.

De reisduur voor vandaag is ongeveer zeven uur (185 km).

Donderdga 27 september: Paro / Excursie Tiger's Nest

’s Ochtends rijden we naar Shari, waar de trekking naar het uiterst spectaculair gelegen Taktsang klooster begint. Het klooster is bij velen beter bekend onder de naam Tiger’s nest, (Taktsang betekent ‘tijger’) en misschien wel het bekendste bouwwerk van het heleand. Volgens een legende is het klooster in de achtste eeuw gebouwd rond de grot waar Guru Rinpoche drie maanden gemediteerd zou hebben. Deze Guru, die boeddhisme naar Bhutan bracht, vloog hierheen op de rug van een tijger, Dorji Drolo. Guru Rinpoche verjoeg hierbij de tegen het boeddhisme vechtende demonen.

Het pad naar Tiger’s Nest klimt door een prachtig bos vol pijnbomen, die veelal bedekt zijn met baardmossen en soms zijn behangen met uitbundig wapperende gebedsvlaggen. De kleuren van de vlaggetjes zijn symbolisch: rood staat voor vuur, groen voor hout, geel voor aarde, blauw voor water en wit voor ijzer. Je komt de vlaggetjes door heel Bhutan tegen. Een pittige wandeling van ruim een uur brengt je naar een uitzichtpunt recht tegenover het klooster, waar je onder het genot van een drankje kunt genieten van een spectaculair uitzicht over het klooster, ogenschijnlijk binnen handbereik. Het bouwwerk kleeft als het ware aan de rand van een loodrechte rots die 900 meter de diepte induikt tot op de bodem van de vallei beneden. Liefhebbers kunnen nog verder wandelen naar het klooster zelf, nogmaals ruim een uur over een pittig traject. Hoewel het klooster in 1998 verwoest is door een brand, is het inmiddels weer helemaal opgebouwd.

In de namiddag reis je terug naar Paro. Je kunt de rest van de dag de stad verder gaan verkennen. De hoofdstraat van Paro is een genot voor het oog: je treft er mooi gedecoreerde en beschilderde winkeltjes. Je kunt (afhankelijk van de aankomsttijd) de rest van de dag de stad gaan verkennen.

Ta Dzong is gebouwd in 1656 als wachttoren over de regio. Sinds 1967 is hier het Nationaal Museum gevestigd. Het centrale gedeelte van het museum is een complex waarin de historie van het boeddhisme is beschreven. Het herbergt interessante kunstschatten als eeuwenoude religieuze voorwerpen, een collectie dansmaskers en thangka’s (beschilderde doeken met heilige boeddhistische afbeeldingen).

Nabij het museum ligt de Paro Rinpung Dzong, gebouwd in 1646 door Shabdrung Ngawang Namgyal, om de vallei te verdedigen tegen de Tibetaanse invasie. Het is het centrum van de civiele en religieuze autoriteit in deze vallei. De vierkante dzong is werkelijk schitterend; het zal je niet verbazen dat deze dzong is gebruikt als locatie voor de film ‘Little Buddha’. Ook vindt hier elk jaar de belangrijkste Tse Chu van Bhutan plaats. Het uitrollen van een enorme thangka vormt het hoogtepunt van het festival. Bewonderende blikken van het publiek vallen de thangka ten deel. Rinpung Dzong wordt nu gebruikt als administratief centrum en school voor monniken. Dicht bij ligt één van de vele sportvelden voor boogschutters.

Vrijdag 28 september: Paro - Puntsholing

Vanaf Paro rijden we naar de Bhutanees-Indiase grens. De weg slingert zich door de bergen, de loof- en naaldbomen gaan langzaam over in tropische bossen. Tegen de heuvels aan zie je Bhutanese boerderijen met het karakteristieke houtsnijwerk. Hier en daar in het landschap zie je ruïnes van oeroude dzongs.

De weg naar de grens is aangelegd in 1961 door de Indiase Border Road Organisation die ook de wegen in Darjeeling en Sikkim heeft aangelegd en onderhoudt. Door de jaarlijkse moessonregens heeft de weg veel aandacht en onderhoud nodig. De Indiase Tata vrachtwagens kruipen de hellingen op en af, de bestuurders doen het rustig aan, de lokale bevolking laat zich niet haasten en gaan met hun geiten en koeien slechts schoorvoetend aan de kant. Een lach en een zwaaiend gebaar als groet is alom gebruikelijk. Langs de kant staan hier en daar stalletjes van boeren die hun koogebruikelijk. Langs de kant staan hier en daar stalletjes van boeren die hun koopwaar aan de reizigers aanbieden.

Na zes uur rijden (175 km) arriveer je in Puntsholing (ook geschreven als Phuntsholing), een typische grensplaats. Bij voldoende tijd kan er nog een bezoek gebracht worden aan de Zangtoepelri tempel en de stad zelf. Dit is onze laatste overnachting in Bhutan.

Zaterdag 29 september: Puntsholing - Bagdogra (India) - Delhi

We verlaten vandaag Bhutan en nemen afscheid van de officiële Bhutanese gids. Je komt in de Indiase grensplaats Jaigoan, met zijn zeer drukke bazaar en hectische leven. Het is een uur of vijf rijden (170 km) naar de luchthaven van het plaatsje Bagdogra, waar je op het vliegtuig stapt naar Delhi. Bij helder weer heb je een prachtig zicht op de bergreuzen van de Himalaya. Tip: voor het beste zicht over de Himalaya vraag je bij het inchecken in Bagdogra om een raamplaats aan de rechterkant (dit is helaas niet van tevoren te reserveren).

De tijd die je vandaag in Delhi te besteden hebt, is afhankelijk van de definitieve vluchttijd van Bagdogra naar Delhi.

Na een korte introductie door de reisbegeleiding kun je kiezen of je op eigen houtje Delhi gaat verkennen of dat je je inschrijft voor een georganiseerde stadstour de volgende dag. Hoe dan ook, de eerste kennismaking met deze stad van uitersten zal een indrukwekkende ervaring voor je zijn, zeker na je rustige verblijf in Bhutan. Waar je ook kijkt, overal word je geconfronteerd met het chaotische straatbeeld. Wat maken die toeterende riksja's toch een lawaai! Nou, die knetterende brommertjes kunnen er anders ook wat van. Waarom word ik niet met rust gelaten door die bedelaar? Staat daar midden tussen het verkeer bij het stoplicht geen olifant te wachten? Inderdaad, het is echt zoals je het in de reisgidsen leest: twee heilige koeien, die midden op de weg zijn gaan rusten, zijn de oorzaak van een enorme verkeersopstopping...

Zondag 30 september: Delhi

Vrije dag. Je kunt vandaag eventueel deelnemen aan een optionele excursie, waarbij je de belangrijkste bezienswaardigheden van de Indiase hoofdstad ziet. Delhi is de hoofdstad van India en kan grofweg opgedeeld worden in twee delen: Nieuw-Delhi en Oud-Delhi.

Nieuw-Delhi is het rijke deel van de stad met zijn villa's, ambassades, koloniale overheidsgebouwen en de zetel van de regering. Enorme grasvelden en bomen worden iedere dag met water besproeid, zodat dit stadsdeel een groene oase vormt in een verder droog en stoffig landschap. Hier vind je de India Gate, een triomfpoort aan het oostelijke uiteinde van de koninklijke avenue Rajpath. Helemaal aan het andere eind ligt het Rashtrapati Bhavan, de officiële residentie van de president. De architectuur van dit immense paleis vertoont een interessante mix van zowel Moghul als Westerse stijlen. Aan de koele en schaduwrijke zuilengalerijen van de wereldberoemde rotonde Connaught Place liggen de duurdere restaurants en chiquere winkels. Wil je even helemaal weg van de drukte, dan biedt een lunch op het tuinterras van het dure Imperial Hotel wellicht uitkomst. Dit sfeervolle witte hotel is gelegen aan Janpath, verscholen achter een hele reeks souvenirwinkeltjes.Het overgrote deel van de tien miljoen inwoners van Delhi leeft echter in Oud-Delhi, een ommuurde stad met poorten, nauwe steegjes, tempels, moskeeën en bazaars. Dit stadsdeel geeft een beter beeld van het drukke India zoals je dat tijdens de rest van de reis nog zult leren kennen. Hier bevinden zich de vele historische monumenten die het bewogen verleden van deze stad laten zien. Het Rode Fort en de Jama Masjid (India's grootste moskee, gebouwd in Afghaanse stijl) zijn hier de belangrijkste bezienswaardigheden. Maar het echte Indiase leven vind je gewoon op straat. Al slenterend over de eindeloze bazaars is het niet moeilijk om een schat aan indrukken op te doen. Het zal moeilijker zijn om met lege handen weer terug te keren naar het hotel, want Delhi nodigt uit tot het kopen van de eerste souvenirs. De twee belangrijkste bazaars zijn te vinden aan Chandni Chowk en in de wijk Karol Bagh.

Houd er rekening mee dat tegenwoordig voor een steeds groter aantal bezienswaardigheden entree betaald moet worden. De entreeprijzen kunnen variëren van enkele tientallen roepies tot tien dollar, maar zijn aan regelmatige verandering onderhevig. Vaak moet je ook nog een apart bedrag betalen voor een foto- en/of videocamera.

Maandag 1 oktober: Vertrek Delhi - Aankomst Amsterdam/Brussel

Het startschot is gegeven, we gaan weer afstrepen op de kalender!

Grtz,

Rian

Reacties

Reacties

Monique

Toch geboekt?
Je hebt gelijk, mooie reis!!

X Monique

Sonja

Jeetje, je laat er geen gras over groeien!
Neem een beetje happiness voor me mee en welvaart ha ha. Daar heb je nooit genoeg van!
Bijzonder idee!

Alice

Eerst nog wat paardrijritjes in Drenthe voor jou!

Tante Ans

Hoi Rian,
Weer een geweldige reis in het vooruitzicht.
Gelijk heb je, gewoon doen.
We zien je mooie reisverslagen weer verschijnen.
Hartelijke groet, tante Ans

Marleen

Lekkerrrrrr. geniet van de voorpret!

Gerard

Het lijkt me een geweldige reis. Geniet alvast van het vooruitzicht

Robin

Het papierwerk alleen al is al een avontuur... :-) Maar dat gaat vast de moeite waard zijn!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!